Prinsjesdag 2025 – Belastingplan 2026

Prinsjesdag 2025 – Belastingplan 2026

Prinsjesdag 2025 bracht opnieuw een pakket fiscale en sociale maatregelen. Ook al is het kabinet demissionair, er zijn veel veranderingen die direct gevolgen hebben voor werkgevers én medewerkers. Wij zetten de belangrijkste punten helder voor je op een rij, zodat jij weet waar je op moet letten.

Belastingschijven en heffingskortingen

  • De drie belastingschijven blijven bestaan. Door de beperkte inflatiecorrectie schuiven medewerkers sneller door naar een hogere schijf en betalen ze eerder meer belasting.
  • De arbeidskorting stijgt naar € 5.712 en de algemene heffingskorting naar € 3.115.

Expats en vergoedingen

  • Vanaf 2026 mogen bepaalde extraterritoriale kosten, zoals extra woonlasten (denk aan gas, water, licht en andere nutsvoorzieningen) en telefoonkosten, niet meer onbelast worden vergoed.

Deze kosten worden nu uitgesloten omdat ze niet direct gerelateerd zijn aan de dienstbetrekking en vaak al zijn verdisconteerd in het loon. Ook zijn gesprekskosten voor privédoeleinden in de huidige tijd (met gratis apps) achterhaald

  • De 30%-regeling blijft in 2026 zoals hij is. Vanaf 2027 wordt dit een 27%-regeling met hogere salariscriteria.

RVU-regeling: eerder stoppen met werken

Normaal gesproken geldt bij vervroegd uittreden een pseudo-eindheffing van 52% voor de werkgever. Om zwaar werkenden tegemoet te komen, geldt sinds 2021 een tijdelijke vrijstelling: werkgevers kunnen medewerkers drie jaar voor de AOW-leeftijd laten stoppen zonder deze eindheffing te betalen. Deze regeling wordt verlengd. Het drempelbedrag stijgt van € 2.273 (2025) naar € 2.573 (2026) per maand. Dat maakt het mogelijk om afspraken te maken met medewerkers met zwaar werk, zonder dat dit direct leidt tot hoge extra kosten.

Mobiliteit en auto van de zaak

  • Elektrische auto’s: Vanaf 2026 geldt een bijtelling van 22%, net als voor fossiele auto’s.
  • Fossiele brandstofauto’s: vanaf 2027 komt er een eindheffing van 12% voor werkgevers die een fossiele of hybride auto ter beschikking stellen. Deze heffing komt volledig voor rekening van de werkgever en leidt dus tot hogere kosten. Er geldt overgangsrecht tot 17 september 2030 voor bestaande contracten.
  • Deelfiets van de zaak: De regels worden verduidelijkt. Deelfietsen, dienstfietsen en hubfietsen die voor zakelijk gebruik worden ingezet, vallen buiten de bijtelling. Wordt de fiets incidenteel mee naar huis genomen? Dan is er geen loonheffing verschuldigd.
  • Reiskostenvergoeding: de jaarlijkse indexatie is niet aan de orde bij de onbelaste reiskostenvergoeding. De maximaal gericht vrijgestelde reiskostenvergoeding blijft in 2026 € 0.23 per kilometer.

Sociale zekerheid

  • Maximumpremieloon stijgt naar € 79.412, wat direct hogere werkgeverslasten betekent.
  • Aof-premies: de lage premie daalt licht, maar de hoge premie stijgt. Voor werkgevers betekent dit dat de loonkosten anders verdeeld worden: lager bij kortdurend verzuim, maar hoger bij langdurige arbeidsongeschiktheid.

Werkkostenregeling (WKR)

Met de WKR kun je als werkgever onbelaste vergoedingen en verstrekkingen geven, zoals een kerstpakket, sportabonnement of thuiswerkvergoeding. In 2026 blijft de vrije ruimte 2% tot € 400.000 loonsom en daarboven 1,18%. Vanaf 2027 wordt dit verruimd naar 2,16% voor de eerste € 400.000. Een kleine, maar voor veel mkb-werkgevers merkbare verruiming.

Wet VBAR: verduidelijking arbeidsrelaties

De Wet Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelaties (VBAR) moet duidelijk maken wanneer iemand werknemer of zelfstandige is. De wet introduceert een toetsingskader en een rechtsvermoeden van een arbeidsovereenkomst bij een uurtarief onder € 36. De VBAR ligt nu bij de Tweede Kamer en staat gepland om op 1 juli 2026 in werking te treden. Voor werkgevers betekent dit dat de inzet van zzp’ers en flexkrachten goed tegen het licht moet worden gehouden.

Pensioen

De invoering van de Wet bedrag ineens (mogelijkheid om een deel van het pensioen in één keer op te nemen) is opnieuw uitgesteld, dit keer naar 1 juli 2026.

Transitievergoeding bij ontslag langdurige ziekte

Momenteel kunnen werkgevers compensatie aanvragen bij het UWV wanneer ze een transitievergoeding moeten betalen bij ontslag wegens langdurige ziekte. Vanaf 1 juli 2026 geldt deze compensatie alleen voor kleine werkgevers. Grotere werkgevers krijgen geen compensatie meer voor deze vergoeding.

Wat betekent dit voor jouw organisatie?

  • Hogere kosten: door stijgend maximumpremieloon, aangepaste Aof-premies en de toekomstige eindheffing op fossiele leaseauto’s.
  • Nieuwe keuzes bij arbeidsvoorwaarden: denk aan mobiliteit, de inzet van expats en extra’s via de WKR.
  • Extra aandacht voor contracten: met de komst van de Wet VBAR wordt het nóg belangrijker om goed te beoordelen of iemand werknemer of zelfstandige is.

Ons advies

  • Check lease- en mobiliteitsregelingen: een tijdige overstap op emissievrije voertuigen voorkomt extra kosten.
  • Herzie afspraken met expats en kijk naar de gevolgen van de beperking in vergoedingen.
  • Gebruik de verruimde vrije ruimte in de WKR straks om medewerkers iets extra’s te bieden.
  • Ga na welke gevolgen de Wet VBAR kan hebben voor jouw organisatie.

Wij denken graag met je mee over de impact van deze wijzigingen. Samen zorgen we dat jij voorbereid het nieuwe jaar ingaat.

Met ons samenwerken?

Meer info
Uw browser is niet meer van deze tijd!

Update uw browser om optimaal van deze website (en vele anderen) te genieten Nu updaten!

×